Brood
haalde je bij de bakker, tonijn in blik niet. Een heel wit (dat van binnen wit
was), of een heel regeringsbrood (dat van binnen op last van de regering grijs
was, zodat het brood een paar centen goedkoper was), of, als je heel arm was,
een heel wit van gisteren (dat van binnen wit & oud was, tenzij je een
regeringsbrood van gisteren kocht, dat dan van binnen grijs & oud was),
maar zo arm waren we niet.
Bruinbrood
was te duur & toen werd het ook nog niet gezond gevonden (evenals roken nog
niet ongezond werd gevonden). Wit moest het zijn, zonder moderne fratsen als
hele granen, zodat je een stapel van veertien klaargemaakte boterhammen door er
een klap op te geven, terug kon brengen tot een zodanige hoogte dat ze allemaal
in een papieren boterhamzakje pasten, gesteld dat ze niet te dik belegd waren
natuurlijk, maar dat waren ze nooit, want je deed met een (1) gekookt ei vier
(4) dubbele (2) boterhammen.
Het
brood werd niet door de bakker gesneden, want dat moest thuis, het liefst door
de Vader des Huizes, gebeuren. Vóór het eerste (witte, grijze of van gisteren)
kapje er werd afgesneden, maakte de Vader des Huizes met de punt van het
broodmes op de onderkant van het brood een kruisje (de bakker deed dat niet,
want de bakker was niet katholiek & al was de bakker katholiek, dan had hij
geen broodsnijmachine die voor het snijden van het brood met zijn messen
kruisjes op de onderkant van het brood kon zetten). Bruinbrood werd pas gezond
toen er Tarvo op kwam te staan, want dat stond erop, dat het gezond was. Tarvo
was namelijk verpakt & gesneden bovendien. Met Tarvo is dan ook de
ontroomsing ingezet. Wat overbleef was het dagelijks op de knieën bidden van de
rozenkrans gedurende de twee volle mariamaanden (mei & oktober), de dagelijkse
gang naar de kerk & het vierwekelijks biechten. Maar toch.
Groente
haalde je bij de groenteboer, tonijn in blik niet. Ook aardappels niet, want
die kwamen aan de deur. Ook de kolen kwamen aan de deur. In tegenstelling tot
aardappelen, ging dat niet per kilo, maar per mud. Het mud is in 1937 officieel
afgeschaft, maar in Slotermeer bestond het in de jaren vijftig nog steeds. Een
mud is 100 liter. De kolen kwamen in een zak op de schouder van de kolenman het
huis binnen. Achterin de box was een gedeelte afgeschut, waarin de kolen werden
gestort. Het afgeschutte gedeelte bevond zich onder de trap naar de eerste
verdieping. Je kon er toch niet staan & zo werd weer wat ruimte veroverd.
Behalve voor de kolen werd de box gebruikt om de fietsen te stallen. Aanvankelijk
één fiets, die van de vader, maar later werden het er steeds meer, vooral omdat
oma uit Noord ze schonk. Zelf fietste oma niet.
Kruidenierswaren
haalde je bij de melkboer, tonijn in blik niet. Ook melk niet, want die kwam
zowel los als vast & zowel enkel- als dubbelgestoomd langs de deur.
Vlees
haalde je bij de slager, tonijn in blik niet. Althans er moet vlees gehaald
zijn, want er was touwtjesvlees (óók voor de jus) of gehakt, in de vorm van
ballen op woensdag.
Vis
haalde je niet bij de visboer, tonijn in blik overigens ook niet, maar dat kwam
omdat er geen vis werd gegeten, ook niet op vrijdag als het touwtjesvlees &
de gehaktballen ter versterving in de pan moesten blijven. Als extra
versterving bleef ook de jus in de pan & werden de aardappelen, groente,
eventueel vlees & jus vervangen door aardappelen, groente & boterjus.
Er kwam wel een visboer door de buurt, maar er was maar één familie die vis at.
Mevrouw S. uit de Aart van der Leeuwstraat durfde vis te kopen & vroeg dan
aan de visboer om vissekoppen & ander visafval! (Om bouillon van te
trekken, maar dat wist niemand, zodat iedereen dacht dat de arme S.-jes
vissekoppen & ander visafval aten & iedereen sprak daar schande van).
Wat vis betreft was het wachten op Tarvovis. (Later door meneer Iglo als
visstick op de markt gebracht).
Koffie
haalde je bij De Gruyter (En betere waar
èn tien procent, alleen de Gruyter en vergeet ook Het Snoepje van de Week niet, later als Happy Meal bij McDonalds
opgedoken), tonijn in blik niet. Altijd roodmerk & op feestdagen goudmerk;
op feestdagen was er wel meer anders, margarine werd roomboter, gehaktballen
werden rollade, één (1) gekookt ei kon op één (1) boterham & de zoetigheid
op brood werd vervangen door eigengemaakte vleessalade -waarin het vrijdags uit
het lichaam gespaarde touwtjesvlees opdook- & eigengemaakte kroketten; het
moet Jezus Christus zelf geweest zijn, die deze wonderbaarlijke veranderingen
bewerkstelligde & Hij ging ermee door, ook nadat het ongekruiste Tarvobrood
zijn intrede had gedaan, maar dat kwam omdat we dagelijkse naar de kerk bleven
gaan, in de beide mariamaanden dagelijks op de knieën bleven vallen & met
Pasen een keertje extra gingen biechten.
In
bruin papier verpakte Nefa haalde je bij de drogist, tonijn in blik niet.
Althans in bruin papier verpakte Nefa kon je bij de drogist halen, maar
waarschijnlijk gebeurde dat alleen rond de feestdagen, want het hele huis was
eens in de maand vergeven van de weeë geur van uitgekookt bloed. Het kan
natuurlijk zijn dat Jezus Christus ook hier een rol vervulde.
De
wasserij kwam aan de deur, tonijn in blik niet. De Zwitsersche kwam voor de
grote stukken, want daarvoor was het huis te klein & bovendien welke geuren
zouden het huis hebben vergeven als de grote stukken wel zelf zouden zijn gewassen.
Het wachten was op de Tarvowas. (Later onder de naam wasmachine voor [bijna]
iedereen betaalbaar.)
Kortom
alles behalve de tonijn in blik was in de buurt of kwam aan de deur. Het
merendeel van de winkels was gevestigd in de Louis Couperusstraat, op het
stukje tussen het Willem Paaphof & het Nico van Suchtelenhof. Op dat kleine
stukje moet het afgeladen met winkels geweest zijn, want de Kapper -op zaterdag
geen kinderen knippen- & de Schoenmaker zaten er ook. De Melkboer -als ie
niet langs de deur ging- zat op de hoek van de Burgemeester van Tienhovengracht
& de Burgemeester van de Pollstraat; gelijkvloers te bereiken via de Eduard
Vetermanstraat, langs de Groenteman -met Chevrolet!- of via het trapje in de
Aart van der Leeuwstraat. Alleen De Gruyter was iets uit de buurt, op de
Burgemeester de Vlugtlaan, waarvoor je de open Burgemeester Fockstraat door
moest, maar daar stond tegenover dat Jan Haverman er tegenover was, zodat je
tussen het koffie halen & malen de nieuwe Prisma’s kon bewonderen.
MAAR
WAAROM MOEST ER DAN ZO NODIG EEN VANA KOMEN?
En
waarom was die helemaal niet in de buurt, laat staan dat ie aan de deur kwam? En
waarom moest ik daar altijd naar toe?
Omdat
Vader in het ziekenhuis lag, omdat Moeder niet kon fietsen, omdat Grote Broer
op het Klein Seminarie dagelijks de wonderbaarlijke veranderingen van Jezus
Christus onderging, omdat de twee Oudste Zussen zwak & zielig waren &
omdat de Jongste Zus te klein was, bleef ik over.
Maar
wat een winkel, die VANA! Een Zelfbedieningszaak waar geen einde aan leek te
komen, evenals de boodschappenlijst die wekelijks afgewerkt moest worden &
evenals de boodschappentas die, nadat de hele lijst in de vorm van boodschappen
erin was gedeponeerd, met doodsverachting op het stuur werd gebalanceerd. Behalve
de boodschappen op de boodschappenlijst, moest ook altijd de aanbieding worden
gekocht, die pas vanaf een bepaald besteed bedrag aanbieding was. & Laat ik
mij nou elke keer de tonijn in blik als aanbieding laten aansmeren & dat
TERWIJL NIEMAND VAN TONIJN IN BLIK HIELD! Ik wel, maar daar werd niet naar
gevraagd. Nee, ik mocht elke aanbieding kopen, als het maar geen tonijn in blik
was. Ik ben wel eens met twee (2) blikken tonijn thuis gekomen!
Heerlijk,
tonijn in blik!
Tonijn in blik is super gezond en zit rammetje vol met omega 3 dus kopen en verzamelen maar. Tonijn met zongedroogde tomaten, pittige tonijn, tonijn pate wij hebben het. Goede combi’s zijn natuurlijk olijven, Frans geroosterde toast, kappertjes, of zoals het heurt een glas champagne
BeantwoordenVerwijderen