zondag 1 november 2015

De Lourdesscholen in Slotermeer


Op die dag in september (vakantiespreiding bestond nog niet, vakantie bestond nog niet; de scholen waren weliswaar gesloten, maar de kinderen bleven gewoon thuis of gingen als de omgedraaide centen het toelieten, naar de vakantieschool, of werden uitgezonden met de arme kinderen uit de parochie naar de Achterhoek) gingen drie van de vier kinderen naar de Lourdesscholen.

De eerste ging naar de school in de Burgemeester Eliasstraat, dat was pakweg de Arthur van Schendelstraat uitlopen & je botste tegen de Lourdesschool op. Veel was er niet te zien in de Arthur van Schendelstraat, het eerste stuk ging nog, want daar woonden aan de linkerkant de buren tot en met nummer 11 & aan de rechterkant lag het verboden grasveld. Daarna ging de straat wel door, maar er stonden geen huizen meer langs, althans geen huizen waar je naar binnen kon, wel aan de rechterkant de achterkanten (& achtertuintjes!) van de huizen aan de Menno ter Braakstraat, de Marsmanstraat, de Frank van der Goesstraat & de Israël Queridostraat (kortom H.J.M.F. Lodewick, leraar aan de Gemeentelijke H.B.S. A & B te Maastricht, Geschiedenis & Bloemlezing, tweede deel, Omstreeks 1880 tot heden, maar die kwam pas op het Pius X Lyceum & dat stond niet in Slotermeer, maar in Overtoomse Veld; ook heel erg) & aan de linkerkant nog onbebouwde grond, waar later een Openbare Stinksigare School zou komen. De huizen in de genoemde straten waren zogenoemde duplexwoningen oftewel de benedenverdieping & eerste verdieping hadden niet dezelfde bewoners; ze werden, vanwege hun grootte dan ook vooral bewoond door oude vrijsters, maar dat was je al jong, in die jaren.

Als je de kaart van Slotermeer bestudeert zie je dat alle grote, belangrijke, brede, doorgaande straten & wegen de namen van Burgemeesters dragen, terwijl de door deze burgemeesterstraten ingesloten kleine, onbelangrijke, smalle, weliswaar nog net niet doodlopende straten de namen van Schrijvers dragen; dit is iets om over na te denken.

Maar goed, aan het einde van de Arthur van Schendelstraat stond dus de Lourdesschool. Dat was twee keer schrikken als je van de Broeder-, dan wel Zusterschool kwam: Ten eerste waren er geen Broeders of Zusters & ten tweede was het helemaal geen School, maar een Noodschool. Dat beloofde niet veel goeds: een Noodschool zonder Broeders of Zusters & ook nog met jongens & meisjes bij & door elkaar. De drie kinderen splitsten zich & de jongste betrad de Noodschool in de Burgemeester Eliasstraat & werd daar hoogst persoonlijk verwelkomd door Het Hoofd Ener Roomsch Katholieke Noodschool, Meester Bos, die, als hij jarig was van alle kinderen op school een Sigaar kreeg, want toen mocht er nog op school gerookt worden (& hoe!), nog net niet door de kinderen, maar wel door de Meesters & Juffrouwen.

Het oudste kind was zo verstandig geweest na de Lagere School af te reizen naar het Klein Seminarie Hageveld, zodat hem de Noodschool bespaard bleef & hem iedere twee weken een koffertje met schone was & rookworst & kaas door Bode Buts werd aangereikt & dat terwijl de andere vier kinderen brood met suiker aten of met één (1!) ei vier (4!) boterhammen belegden; de oudste heeft dus nauwelijks in Slotermeer gewoond, maar heeft dit later goed gemaakt door in een nog vreselijker buitenwijk, want niet in Amsterdam, te gaan wonen.


De twee andere kinderen zetten hun tocht door het nog steeds barre Slotermeer voort. Eén ging naar het uiterste einde van de Jacob van Maerlantstraat (dat was & is toch al een straat waarvan je steeds denkt dat ie afgelopen is, maar na elk hokkenblok staat er weer een ander hokkenblok, dat pas te zien is als je het ene hokkenblok voorbij bent & voorbij het laatste hokkenblok stond de Noodschool) & werd hoogst persoonlijk verwelkomd door Het Hoofd Ener Roomsch Katholieke Noodschool, Meester Bos, die, als hij jarig was van alle kinderen op school een Sigaar kreeg, want toen mocht er zelfs in de klas nog gerookt worden (& hoe!). Zo had Meester Stoek (van de zesde) altijd een versleten aktetasje bij zich, waarin alleen maar pakjes Gold Spur zaten , een toen al zeer goedkoop, zeer nicotinerijk & zeer teerrijk sigarettenmerk.


De derde moest tot achter het Confuciusplein lopen, alwaar de derde Noodschool stond & werd daar hoogst persoonlijk verwelkomd door Meester Bos, Het Hoofd Ener Roomsch Katholieke Noodschool, die, als hij jarig was van alle kinderen op school een Sigaar kreeg, want toen mocht er nog gerookt worden (& hoe!).

Confucius was toch geen Schrijver der Twintigste Eeuw, laat staan een Burgemeester; neen, Confucius was een filosoof (die uiteraard ook schreef) & bevond zich in Slotermeer in het illustere gezelschap van onder meer Descartes, Rousseau, Hume, Schopenhauer & Diderot, die allemaal door de bewoners steevast verkeerd werden uitgesproken. Iemand op het stadhuis moet dit met satanisch genoegen hebben bedacht. Gelukkig was er ook een Bierens de Haanstraat. Overigens woonden de Rijken van Slotermeer in de straten vernoemd naar Aristoteles & Plato; ook dit is iets om over na te denken.


Waarom er drie Noodscholen onder dezelfde naam waren is geen mysterie: Elke Noodschool herbergde slechts vier lokalen met in het midden een kamertje voor Het Hoofd Ener Roomsch Katholieke Noodschool; in het kinderrijke, grotendeels roomse Slotermeer, waren vanaf het begin al tenminste 2x6 klassen nodig om alle kinderen te kunnen leren waartoe zij op aarde zijn. Twee maal zes klassen maakt 12 klassen maakt drie Noodscholen met elk vier lokalen & in het midden een kamertje voor Het Hoofd Ener Roomsch Katholieke Noodschool.

Hoe Meester Bos, de sigaar in de hand, op elke Noodschool aanwezig kon zijn is tot op de dag van vandaag onopgelost gebleven. Echter, naast sigaren roken had Meester Bos nog een hobby & wel, Maria de Vrouwe van Alle Volkeren. Deze Maria verscheen op 25 maart 1945, Maria Boodschap, aan een eenvoudige vrouw, Ida Peerdeman. Toen Ida aan de verschijning vroeg of zij Maria is, antwoordde de verschijning ‘Ze zullen mij de Vrouwe noemen’. Wel 56 keer is deze Vrouwe verschenen. Of Ida ook 56 keer gevraagd heeft of de verschijning Maria is, is niet bekend.

Het kan dus zijn dat Meester Bos maar op één plaats werkelijk aanwezig was & op de andere twee plaatsen slechts verscheen.


1 opmerking:

  1. Een van de voordelen van de noodscholen was, dat het er binnen altijd tochtte en je dus geen last had van de rook.

    BeantwoordenVerwijderen