“Irene, goodnight
Irene, Irene goodnight, goodnight Irene, goodnight Irene, i’ll see you in my
dream”,
zong ome Arie, terwijl hij het draaimolentje van de speeltuin aan de
Baarsjesweg rond draaide; het was natuurlijk geen echte draaimolen, maar meer
een vergroot plateau, waarop het scrabblebord werd gezet & nog later de
diverse zoutjes.
“Een oude zeeman
kan ‘s–nachts niet slapen, een groot verlangen drijft hem naar de haven. Daar
staat hij uren lang & tuurt dan naar de zee”, klonk het op een
78–toerenplaat in Amsterdam-Noord uit de pickup van opa; het was een echte
pickup in een heus audiomeubel, dat toen natuurlijk nog geen audiomeubel
heette, want van audio had niemand toen nog gehoord.
Met
deze muzikale bagage kwam ik Slotermeer binnen. Rock ‘n’ roll was ver te zoeken
in Slotermeer. Veel Reebruine Ogen (we
zongen wat anders uiteraard) en Paardehoofdstellen
Aan De Muur, maar gelukkig ook Red
Sails In The Sunset, die mij voorgeschoteld werden door ‘oom’ Toon van Kampen
(geen echte oom, vandaar de aanhalingstekens, getrouwd met ‘tante’ Paula), die de
78-toerenplaat met veel rituelen opzette & verwachtte dat je dan stil was
& met gesloten ogen luisterde (bij de Platters viel dat wel mee, maar
helaas draaide hij ook veel operette). Oom Toon streelde zijn platen &
boeken!
Op
de Slotermeerlaan had ene Herr Grünhutt een platenzaak. De Slotermeerlaan zou
alleen al door zijn naam de belangrijkste laan van Slotermeer moeten zijn; niet
genoemd naar een Belangrijk Schrijver der Twintigste Eeuw, niet genoemd naar
een Filosoof & zelfs niet genoemd naar een Burgemeester. Nee, genoemd naar
Slotermeer zelf! Helaas is de Slotermeerlaan nooit geworden tot de Champs-Élysées van Slotermeer. Verder dan een markt, een vakbondsgebouw, de eerste
Supermarkt van Slotermeer (de VANA,) & het architectonische hoogstandje De
Verfdoos, waarin dus Herr Grünhutt huisde, heeft de Slotermeerlaan het in die
jaren nooit gebracht.
Van
Herr Grünhutt werd beweerd dat hij fout was geweest in de Oorlog, maar dat werd
toendertijd altijd van elke Duitser beweerd. Wel is waar dat Herr Grünhutt voor
de radio zong. Ook is waar dat hij Duitse Liederen voor de radio zong. Onbekend
is of er ooit iemand zo vlak na de oorlog naar Duitse liederen op de radio
luisterde (later werd wel geluisterd naar Pack
Die Badehose Ein van Connie Fröboess, maar dat kwam waarschijnlijk omdat
Badehose geen enkele associatie met de Oorlog opriep, omdat de Duitser alleen
maar fietsen afpakte & geen zwempakken of -broeken).
Op de Burgemeester de Vlugtlaan had Meneer Kraaipoel een
winkel voor elektrische apparaten. Meneer Kraaipoel zat links van de
Burgemeester Fokstraat (komende van de Arthur van Schendelstraat). Op het
zelfde stukje zat Meneer Eijpe, waar een zakje patat een kwartje kostte,
evenveel als in de rest van Nederland. Toen, door droogte of overstromingen, de
aardappeloogst mislukte & de prijs van aardappelen dus omhoog ging, kostte
een zakje patat in een klap 5 cent meer & dus 30 cent. Dit heeft in Nederland
bijna een opstand veroorzaakt.
Net
als zijn collega Meneer Kraaipoel op de Burgemeester de Vlugtlaan, had Herr
Grünhutt wekelijks de Amerikaanse top vijftig buiten hangen & had daarop
díe platen omcirkeld, die hij in huis had; meestal waren dat er niet meer dan
een stuk of drie. Hoe de andere zevenenveertig klonken bleef gissen. Kraaipoel
verkocht platen als bijprodukt naast gloeilampen, strijkbouten & radio’s,
zodat er wat platen betreft minder viel te genieten; de naam Meneer Kraaipoel
heeft wel een hoger rock ‘n’ rollgehalte dan de naam Herr Grünhutt. Het was
altijd moeilijk kiezen in Slotermeer.
Via
de draadomroep kwam De Goede Duitser binnen. Van de draadomroep kreeg je een
luidspreker, die je met een snoertje verbond aan een zwarte Bakelietenschakelaar,
waarop vier keuzemogelijkheden waren aangebracht: Hilversum 1, Hilversum 2 en
omdat Nederland in die tijd niets meer te bieden had werd op 3 & 4 de rest
van Europa geselecteerd uitgezonden. Nadat het prachtige siesteem van de
draadomroep was afgebroken, omdat iedereen meer wilde dan Hilversum 1,
Hilversum 2 & een selectie van Europa, werden jaren later opnieuw draden
door heel Nederland gelegd, maar toen was men zo verstandig om het kabel te
noemen, hetgeen veel betrouwbaarder klinkt dan draad. Door een kabel kan ook
meer dan door een draad.
Kon
een Duitser in die jaren goed zijn? Jawel, dat kon, als hij maar geen Duitser
was. De Engelsman Chris Howland was na de Oorlog in Duitsland blijven hangen
& maakte behalve Duitse versies van Amerikaanse liedjes (Fräulein) ook een
radioprogramma & wel een radioprogramma met De Amerikaanse Hitparade.
Helaas werd dat programma van de Nordwestdeutscher Rundfunk ‘s avonds laat
uitgezonden als iedereen al boven in bed lag (in die tijd lag iedereen vaak al vroeg
in bed, want je kon toch niet maar blijven ganzeborden, pinda’s pellen & de
kachel met viertjes of drietjes bijvullen, wat ook veel te duur zou worden),
terwijl de draadomroepknop beneden aan de muur zat & de bijbehorende
luidspreker niet ver daar vandaan beneden in de huiskamer stond. Iemand moet op
het geniale idee gekomen zijn dat het niet uitmaakte hoe lang de draad tussen
knop & luidspreker was; met behulp van tien meter draad werd de luidspreker
naar boven gebracht, zodat iedereen met open slaapkamerdeur of slaapzolderluik
kon genieten van De Amerikaanse Hitparade. It
doesn’t matter anymore opstijgend uit het donker, want de lichten aan laten
zou natuurlijk ook te duur worden.
Zo
kwam rock ‘n’ roll toch nog Slotermeer binnen, al blijft het natuurlijk
verschrikkelijk om op de vraag “Wat deed
jij op het moment dat Buddy Holly neerstortte?” te moeten antwoorden: “Ik luisterde in Slotermeer in de Arthur van
Schendelstraat in bed naar de met behulp van een verlengsnoer op de overloop
geplaatste luidspreker van de draadomroep & hoorde bij Chris Howland Pat
Boone Bernadine zingen”.
Het meest swingende, dat er bij ons via de draadomroep de kamers (jawel, kamers. Eén van mijn broers was namelijk technisch en wist twéé draadjes aan de draadomroepknop te verbinden) binnenkwam, was: "ik zie de zon, al schijnt ze niet" van Eddie Cristiani en dat was al uit 1944 en toen scheen de zon voor ons nog.
BeantwoordenVerwijderen