Je
zou toch zeggen dat in 1953 de hongerwinter van ’44 -‘45 zo langzamerhand zou
zijn afgelopen. Nou, niet in Slotermeer! Niet alleen bleek dat uit de honger
die we altijd hadden, ook bleven allerlei door de Duitser ingestelde
verordeningen van kracht. Zo moest de stoep voor voordeur door de bewoner sneeuwvrij
worden gemaakt & evenals in de hongerwinter, lag er de gehele jaren vijftig
tot diep in mei iedere dag een pak sneeuw van meestal zo’n tien centimeter.
Vader, zoon van een timmerman, met z’n twee linkerhanden & z’n “Tjisses
juh ‘twordt niks” heeft één keer iets in elkaar getimmerd gekregen, dat
niet onmiddellijk uit elkaar viel: een sneeuwruimer, bestaand uit een lat van
twee bij drie centimeter met een lengte van een bezemsteel, met daarop
getimmerd een triplexplaatje van vijftig bij dertig centimeter.
Tjisses staat voor
Jezus, maar in het Fries mocht het wel.
Van
Moeder mocht je niet zeggen dat je honger had. Trek, dat kon wel. Trekwinter
dan? Wintertrek? Dat is meer voor vogels.
Hoe een zoon van een timmerman aan twee linkerhanden
kwam, is een onopgelost raadsel. Waarschijnlijk dichtte hij zich andere dan
timmermanskrachten toe, want hij heeft zijn hele leven gehoopt tot paus te
worden geroepen -Moeder moest dan wel eerst dood gaan-, maar verder dan
onbezoldigd koster & voorzitter van het Armenbestuur heeft hij het, in
kerkelijk opzicht, nooit gebracht.
Overigens hield het triplexplaatje het door de natheid
van de sneeuw nooit langer uit dan één winter. Met het grote voorbeeld van
Vader erbij & ongetwijfeld met hulp van vriend A. heeft de Jongste zoon van
de zoon van de timmerman de volgende winter de tweede sneeuwruimer gebouwd.
Het
zal duidelijk zijn dat bij een pak sneeuw van meer dan dertig centimeter de
sneeuwruimer niet meer te gebruiken was. Het hoogste pak sneeuw dat er ooit (14
februari 1956) gevallen is, was negenentwintig centimeter.
De
stoep voor de Arthur van Schendelstraat nummer 2 (& alle andere nummers
uiteraard) was slechts één meter breed & omdat het huis pakweg vijf meter
breed was, hoefde er bij een pak sneeuw van 10 centimeter slechts een halve
kuub (0,5m3) sneeuw te worden verplaatst. Echter, omdat
na de stoep de rijweg kwam en volgens een andere verordening er geen sneeuw op
de rijweg mocht worden gedeponeerd, moest de sneeuw verder geschoven worden tot
op het verboden te betreden gemeenschappelijke grasveld, zodat toch zeker zo’n
dertig kuub (30m3) moest worden verplaatst.
Als
de sneeuw uit de lucht kwam, mocht ie wel op de rijweg terecht komen. Een
alternatief zou dus geweest kunnen zijn dat de halve kuub sneeuw naar boven
werd gedragen & vervolgens uit het raam op de rijweg werd gesmeten. Nooit
geprobeerd.
Was
het maar bij het sneeuwruimen voor nummer 2 gebleven. Maar nee, niet alleen
moest de sneeuw voor Arthur van Schendelstraat nummer 2 worden geruimd, ook
moest de sneeuw voor nummer 1 worden geruimd, want je kon de Pastoor toch niet
zo’n lat met een stukje triplex in de handen duwen? Handen waar even later het
lichaam van Christus mee gebroken zou moeten worden. Ook kon de sneeuwruimer niet
aan de huishoudster van de Pastoor worden gegeven: sneeuwruimen was in die
jaren nog geen vrouwenwerk.
De
pastoor moest het lichaam van Christus wel breken, want de hostie die de
Pastoor tot zich nam, was veel groter dan de hostie waarmee de beminde
gelovigen werden bedeeld.
Nee,
de Jongste zoon van de koster moest ook de sneeuw voor nummer 1 ruimen. Het
voordeel van nummer 1 (qua sneeuwruimen dan) was dat er naast de stoep niet
zoals bij nummer twee een rijweg van drie meter was, maar een van slechts
anderhalve meter.
Hoe kan dit? Een wegversmalling? Een verkeersremmer? Een bushalte? Wel nu, Arthur van Schendelstraat nummer 1
is, zoals het nummer al aangeeft het eerste huis. Aan de andere kant van nummer
1, grenst in een hoek van negentig graden het huis, waar Meester Wijdeven woonde, maar
dan de achterkant, zodat de missende helft van de rijweg van nummer 1 wordt
ingenomen door de achtertuin van (toen) Meester Wijdeven.
Meester Wijdeven heette Meester Wijdeven omdat hij
meester was op de Lourdesschool. Of er een Mevrouw Wijdeven was, was niet
duidelijk; ze kwam althans nooit buiten. Er werd gefluisterd over een
vreselijke ziekte, die in die jaren maar één ding kon betekenen: de gevreesde
K. Toch stond er, toen alle kinderen in de buurt al op de lagere school zaten,
op een dag een wiegje in de achtertuin van Meester Wijdeven. Het was toen wel één
dag zomer natuurlijk. In alle andere achtertuinen in dat rijtje waren de
wiegjes allang verdwenen & zuchtten de kinderen onder de strenge hand van
Meester Wijdeven op de Lourdesschool. Nu zou zijn eigen kind eraan moeten gaan geloven.
Het
nadeel van nummer 1 was dat de vijftien kuub sneeuw ook de afstand moest
afleggen die de dertig kuub sneeuw van nummer 2 moest afleggen, om op het
gemeenschappelijke grasveld terecht te komen.
De
verordening van de Duitser de eigen stoep sneeuwvrij te houden viel samen met
de verordening van de Roomse Kerk nuchter ter communie te moeten gaan. Niet
alleen moest de sneeuw worden geruimd, de sneeuw moest dus ook nuchter worden
geruimd & wel tussen zes uur en half zeven in de ochtend, omdat om half
zeven de barre tocht naar de Noodkerk begon, omdat de H. Mis om zeven uur
begon.
Als
het later op de dag weer ging sneeuwen (& dat ging het altijd in de
hongerwinter) moest er opnieuw worden geruimd.
De tocht naar de kerk was vooral bar omdat op dat
onchristelijke uur nog niemand zijn stoepje sneeuwvrij had gemaakt. Alleen
Meneer H. op nummer 5 had zijn stoepje al schoon. Maar die zat dan ook bij de
Gemeentelijke Sneeuwruim Dienst & die ruimde zó vroeg, dat zijn stoep vaak
alweer door een nieuwe sneeuwbui was bedekt, zodat de tocht langs nummer 5 maar
iets minder bar was.
Na
nummer 11 hield de stoep van de Arthur van Schendelstraat op & kwamen er
alleen nog maar stoepen die niet aan voorkanten van huizen lagen & de
Duitser was vergeten te verordenen dat ook de achterstoep sneeuwvrij moest
worden gehouden.
Zat
je uitgeput van het sneeuwruimen, het nuchter blijven, het door de sneeuw
ploegen & het misdienen eindelijk aan je boterham met margarine &
suiker, hoorde je in de verte het ratelen van de vuilnismannen, zodat je de
vuilnisemmer buiten kon zetten. Ook dit was een verordening: pas als de
vuilniswagen naderde, wat te horen was aan het ratelen, mocht de vuilnisemmer
buiten worden gezet.
Een
boterham met margarine & suiker. Aan de overkant, in de Herman Poortstraat
woonde een gezin dat boterhammen met alleen suiker at. Om te voorkomen dat de
hele huiskamer onder de suiker kwam te liggen, aten zij hun boterhammen met
suiker in de box. Een betonnen vloer in de box is gemakkelijker van suiker te
ontdoen dan een tapijt in de huiskamer.
Sinds
2007 is het niet meer verplicht je stoep sneeuwvrij te maken. Sinds 2007
sneeuwt het ook nauwelijks.
Zo’n
boterham met margarine & suiker ging er wel in. Maar of ie de honger
stilde?
Klopt niet. De weg wordt in de bocht niet smaller, maar juist breder (Denk aan Pythagoras!) Slechts de stoep werd door de situatie wat korter. Dus minder stoep, maar de hoeveelheid moest over een grotere afstand verplaatst worden.
BeantwoordenVerwijderenTrouwens, dat de stoep korter werd, lag niet aan meester Wijdeven zijn tuin, maar aan de box van de Pastoor, die niet in het verlengde van het huizenblok van de Arthur van Schendel stond, maar 90 graden gedraaid, dus naast het huis van meester Wijdeven en in het verlengde van het huizenblok van de Aart van der Leeuwstraat
BeantwoordenVerwijderen