Daar moest verandering in komen, in die kleine behuizing.
De ouders waren lekker gemaakt met een huisje & een tuintje & in ieder
geval meer ruimte dan op die beletage, waar vier kinderen op één kamer sliepen
& speelden. Gelukkig bestond toen het tweepersoonsopklapbed nog. Twee
tweepersoonsopklapbedden stonden op dat kamertje, dat niet veel groter was dan
dat er twee tweepersoonsopklapbedden uitgeklapt konden staan. Ingeklapt was er
dus een enorme speelruimte ter grootte van twee tweepersoonsopklapbedden, waar
in tegenstelling tot buiten, de bal niet te water kon raken & dus niet met
behulp van een emmer aan een touw eruit gevist moest worden. De Baarsjes is een
water.
Toch was het dringen geblazen, daar tussen die twee opgeklapte
tweepersoonsopklapbedden: De jongste zoon is ooit uit het raam gevallen dan wel
geduwd & met zijn rug bovenop het kruiwagentje van het buurjongetje beneden
terecht gekomen. Drie weken rust werd hem door dokter Ephraim voorgeschreven;
jaren later werden die drie weken rust zeven jaar in een korset.
In het ene uitgeklapte tweepersoonsopklapbed sliepen de twee meisjes & in
het andere uitgeklapte tweepersoonsopklapbed de twee jongens. Ze waren met z'n
vieren binnen zes jaar geboren, dus wat betreft afmetingen ontliepen ze elkaar
niet zo veel. Het was duidelijk dat zij niet tot in lengte van dagen in die
twee tweepersoonsopklapbedden konden blijven slapen. Het was begin jaren
vijftig & ze waren Rooms-Katholiek.
Van de Baarsjesweg lopen naar de Arthur van Schendelstraat. Dat is gauw een
uur lopen. Het was iedere zondagmiddag weer een tocht over nog niet bestrate straten
& langs nog niet bevensterde ramen. Dus veel meer dan nog niet affe huizen
was er niet te zien. Toch gingen ze iedere zondagmiddag weer vol goede moed op
weg. Het laatste stuk ging steevast door het zand & omdat de vijfde net geboren
was, betekende dat dat er een kinderwagen door dat zand moest worden gezeuld.
Die vijfde was
in de donkere dagen rond Sinterklaas gekomen, niet op de Baarsjesweg, maar in
het Onze Lieve Vrouwen Gasthuis, waar ze tot overmaat van ramp in de couveuse
terecht kwam. Nog meer overmaat van ramp: Opa, de ex-timmerman, die nog wel
speelgoed, zoals een winkeltje, een garage &, hoe kan het anders, een
altaartje voor de kinderen had getimmerd, ging tegelijkertijd dood & de
jongste zoon kreeg op dat zelfde moment de mazelen, waarmee hij naar
Amsterdam-Noord werd versleept & daar bij de andere opa, de ex-lampenist, die
de koninklijke trein nog had verlicht, op twee tot bed omgebouwde stoelen werd
gelegd. Hij kreeg daar wel veel Sinterklaascadeautjes, niet alleen van de
Sinterklaas van opa & oma, maar ook van de Sinterklaas van Tante Jo &
Ome Herman. Beide Sinterklazen kwamen op de Baarsjesweg niet langs.
Maar na een uur zeulen was het er dan altijd weer: het nieuwe huis. Het was
aanvankelijk uiteraard nog niet zoveel, dat nieuwe huis (en veel zou het ook
nooit worden: Tuinstad Slotermeer is een grote verzameling kippenhokken, waar
architecten van heinde & ver vol bewondering niet over uitgepraat raken). Onwetend
van wat hen te wachten stond keken ze hun ogen uit naar het nieuwe huis, wat
niet zomaar een kippenhok was, nee, het was een eensgezinskippenhok, waar ze
niet meer met z'n vieren op één kamertje zouden hoeven slapen. Nee, nog slechts
met z'n tweeën. Als dat geen vooruitgang is.
Slotermeer, geen gewone kippenhokken, nee, gestapelde kippenhokken, met gezamenlijk, vóór èn achter uitloopveld.
BeantwoordenVerwijderenIn mijn jeugd was de Moerwijk gelukkig af en konden we naar het Zuiderpark lopen.
BeantwoordenVerwijderen